Apotheek Servicepunt Monnikenhof

Rietkamp 62 4133CV Vianen Tel:0347-372521

Medische Encyclopedie

Inhoud

levobunolol oogdruppels

Levobunolol behoort tot de bètablokkers. In oogdruppels verlagen bètablokkers de druk in het oog.

Artsen schrijven het voor bij glaucoom.

Wat doet levobunolol oogdruppels en waarbij gebruik ik het?

Glaucoom (verhoogde oogboldruk)

Glaucoom is een beschadiging van de oogzenuw in het netvlies. De oorzaak is meestal een verhoogde druk in de oogbol. Deze ligt normaal tussen de 10 en 22 millimeter kwikdruk.

Verschijnselen
In het begin merkt u niets van glaucoom. Na verloop van tijd kunt u aan de randen van het gezichtsveld steeds minder zien.

Onbehandeld leidt glaucoom meestal tot een pijnlijk oog met steeds meer gezichtsverlies, waarbij het lijkt of u door een koker kijkt. Glaucoom kan uiteindelijk tot blindheid leiden.

Behandeling

Glaucoom wordt meestal behandeld met oogdruppels. Artsen schrijven meestal eerst een oogdruppel met een bètablokker voor, zoals levobunolol. Levobunolol vermindert de hoeveelheid vloeistof in het oog, waardoor de oogboldruk daalt.

Effect
Na een week of vier is het volledige effect van dit medicijn bereikt. Zelf merkt u niet veel van de werking van dit medicijn. U weet pas of het werkt bij een meting van uw oogboldruk.

Lees meer over glaucoom (verhoogde oogboldruk) . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Rode geïrriteerde ogen, prikkelend of brandend gevoel in het oog vlak na het indruppelen.

    Dit gaat meestal vanzelf over. Raadpleeg uw arts als deze klachten blijven bestaan.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Wazig zien

    Dit gaat meestal vanzelf over. Raadpleeg uw arts als deze klachten blijven bestaan.

  • Droge ogen. Vooral mensen die contactlenzen dragen kunnen hier last van krijgen.

    De contactlenzen kunnen dan eerder irriteren. Houd ze in dat geval minder lang in of gebruik bevochtigende oogdruppels (kunsttranen).

  • Overige oogklachten, zoals irritatie, jeuk, vermoeide ogen korstjes op de wimpers, het gevoel dat er een vuiltje in het oog zit, last van fel licht en tranende ogen.

    Deze bijwerkingen gaan meestal vanzelf over. Raadpleeg uw arts als ze blijven bestaan.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan jeukende, pijnlijke en rode ogen, maar u kunt het ook elders merken aan huiduitslag, galbulten en jeuk.

    Gebruik dit medicijn dan niet meer. Een ernstige overgevoeligheid is te merken aan benauwdheid of een opgezwollen gezicht. Ga dan onmiddellijk naar een arts. In beide gevallen mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor dit medicijn. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of soortgelijke medicijnen niet opnieuw krijgt.

Bijwerkingen in de rest van het lichaam
De oogdruppels kunnen ook in de rest van het lichaam terechtkomen. Via de traanbuisjes bestaat er namelijk een verbinding tussen de oogslijmvliezen en de neusholte. Vanuit de neusholte wordt het medicijn opgenomen in het bloed en kan zich zo verspreiden. Het heeft dan een werking op het hart en de bloedvaten.

Heeft u last van onderstaande bijwerkingen laat dan in de apotheek controleren of u goed druppelt. U vermindert namelijk de kans op deze bijwerkingen door de traankanaaltjes na het druppelen dicht te drukken. Zie hiervoor de vraag 'Hoe moet ik dit medicijn gebruiken?' Neem contact op met uw arts al u toch last blijft houden van deze bijwerkingen. Mogelijk helpt het dichtdrukken van de traankanaaltjes bij u onvoldoende.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Duizeligheid, hoofdpijn, kortademigheid, vermoeidheid, misselijkheid, slapeloosheid of stemmingsveranderingen.

Van de volgende aandoeningen kunt u extra last krijgen als te veel van het medicijn in het bloed komt. Neem contact op met uw arts als uw klachten verergeren.

  • Astma, COPD, hartaandoeningen, de huidziekte psoriasis, de ziekte van Raynaud (extreem koude vingers en tenen) en de spierziekte myasthenia gravis.

  • Syndroom van Sjögren, een aandoening waarbij de slijmvliezen van onder andere ogen en mond droger zijn dan normaal.

    Dit middel vermindert de aanmaak van traanvocht en speeksel. Mogelijk is een ander middel geschikter.

  • Bij diabetes merkt u een 'hypo' minder snel op, doordat dit medicijn de hartkloppingen tegengaat die een van de verschijnselen zijn van een hypo.

    Controleer daarom vaker uw bloedglucose.

  • Als u al een te hoog cholesterol en/of vetgehalte in uw bloed heeft, is het beter niet meer dan 1 druppel per keer te gebruiken.

    De concentratie cholesterol en vetten in het bloed kan verhoogd worden. Een bepaald soort vetten, triglyceriden, kan zich ophopen in de bloedvaten.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik levobunolol oogdruppels gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Andere oogdruppels of oogzalven. Wacht minstens vijf minuten tussen het indruppelen van de verschillende oogdruppels. Gebruikt u zowel een oogdruppel als een oogzalf of ooggel: gebruik dan eerst de druppel en vijf minuten later de oogzalf of ooggel. Als u twee soorten oogdruppels moet gebruiken: eerst de oogdruppel gebruiken waar u het minst last van heeft en als laatste de oogdruppel waarvan u de meeste irritatie na het indruppelen krijgt. Zo voorkomt u dat u door de eventuele tranenvloed de werkzame bestanddelen van de oogdruppels te snel ‘uittraant’.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Na het indruppelen is het mogelijk dat u even wat wazig ziet. Dit gaat meestal binnen enkele minuten voorbij. Daarna kunt u autorijden. U kunt last hebben van fel licht. Draag in dat geval een zonnebril.

alcohol drinken en alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Overleg met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Wel is bekend dat bij gebruik in de laatste maanden van de zwangerschap, de baby een te trage hartslag, een verlaagde bloeddruk of een te laag bloedsuiker kan krijgen. Mogelijk kunt u (tijdelijk) overstappen op een ander medicijn.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. Het medicijn komt in kleine hoeveelheden in de moedermelk terecht en kan schadelijk zijn voor de baby. Misschien kunt u overstappen op een ander medicijn. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Hoe?

  • Was uw handen met water en zeep en droog ze goed af met een papieren handdoekje of keukenrol.
  • Als u contactlenzen draagt: haal harde of zachte lenzen uit uw oog voor u de oogdruppels gebruikt. Het hangt af van het soort conserveermiddel of u uw contactlenzen tussen de toedieningen door weer kunt indoen. Er zijn namelijk conserveermiddelen die zachte contactlenzen kunnen beschadigen. Kijk hiervoor in de bijsluiter van de verpakking. Harde contactlenzen kunt u eventueel 10 minuten na toedienen van de druppels weer indoen.
  • Neem plaats op een stoel of een bank.
  • Schroef het dopje van flesje en leg het dopje op de zijkant.
  • Neem het flesje in uw hand alsof u een pen vasthoudt.
  • Trek voorzichtig met de vingertoppen van uw andere hand het onderste ooglid naar beneden, zodat er een ‘gootje’ ontstaat.
  • Buig het hoofd achterover en kijk recht omhoog.
  • Zet de hand met het flesje op de hand die het gootje maakt.
  • Breng het flesje boven het omlaag getrokken ooglid (het gootje). Zorg ervoor dat het flesje uw oog, ooglid of wimpers niet raakt, anders bederven de oogdruppels sneller.
  • Knijp in het flesje en laat één druppel in het gootje vallen.
  • Buig uw hoofd terug en doe voorzichtig uw oog dicht.
  • De werkzame stof in deze oogdruppels kan te snel uit het oog verdwijnen doordat het via het traankanaaltje in de neusholte wegloopt. Druk daarom deze kanaaltjes na het indruppelen één minuut dicht. Dit doet u door zachtjes uw vinger in de holling tussen het oog en de neus te duwen, net onder het bobbeltje in de hoek van uw oog.
  • Doe uw oog weer open.
  • Draai, na gebruik, de dop weer op het flesje.
  • Was uw handen nogmaals met water en zeep.

Vindt u het lastig om de druppel goed in het oog te krijgen? Vraag dan in de apotheek om een oogdruppelhulp. Dit is een houdertje waarmee u gemakkelijker in het oog kunt druppelen.

Bewaar de oogdruppels zoals op het etiket is aangegeven. De meeste flesjes met oogdruppels zijn na openen nog één maand houdbaar. U kunt op de verpakking noteren wanneer u het heeft aangebroken.

Wanneer?
Als u deze druppels één keer per dag gebruikt: druppel ’s ochtends. Als u het twee keer per dag gebruikt: ’s ochtends en in de avond, enkele uren voordat u naar bed gaat. Het beste kunt u vaste tijdstippen kiezen. Dan is de kans dat u het vergeet kleiner.

Hoe lang?
Het gebruik van deze oogdruppels is meestal langdurig, gedurende vele jaren. Alleen door een operatie kan er een nieuwe situatie ontstaan, waarbij deze oogdruppels misschien niet meer nodig zijn. U kunt dit met uw arts overleggen.

Terug naar overzicht